En laat diezelfde journalistiek over haar eigen grenzen heen reiken. De trend die zichtbaar werd met het doorbreken van de vierde wand in Joris Luyendijks Het zijn net mensen, lijkt zich voort te zetten met de gecrowdsourcete Azerbeidzjan-reis van Olaf Koens en uiteraard met de persoonlijke en zelfgekozen helden van de journalisten van One11. De journalist laat ons zien dat er nieuws is buiten de waan van de dag. En deelt dat nieuws en die verhalen op een directe manier met ons. Dat delen wordt nog eens vergemakkelijkt door, daar zijn we weer, Twitter.
Want de val van het kabinet was voor mij als burger en nieuwsconsument nog nooit zo tastbaar als door de nachtelijke tweets van Frits Wester. En waar anders kan ik een correspondent in Mexico rechtstreeks vragen hoe het nu echt is om in een land te leven dat we hier alleen kennen van de zoveelste bloederige drugsoorlog. Van de mensen die menen dat Twitter alleen wordt gebruikt om te vertellen wat je op je boterham hebt, vraag ik me altijd af of ze in het café ook alleen over het weer praten. Voor een nieuwsgierig mens is dat vermaledijde Twitter een deur naar de hele wereld.
De kloof tussen de burger en de journalist lijkt er een die wél zichtbaar kleiner wordt. Ik hoop dat die nieuwe, open manier van verslag doen ertoe leidt dat we ons ook hier in Nederland minder gaan bezighouden met navelstaren. We hebben niet alleen een Haagse kaasstolp, maar ook een polderstolp, een achter-de-dijken-blijvenreflex. Want hoewel Wouke natuurlijk gelijk heeft als ze zegt dat de wereld een dorp is geworden, kijken we in dat dorp schrikbarend vaak niet verder dan ons eigen straatje. Uiteraard kan en mag je binnenlandse problemen niet wegrelativeren met buitenlandse kwesties. Maar een open blik over de grenzen doet niemand kwaad.
Een wereldbeeld moet je zelf maken.
De laatste zin van deze column zal de eerste zijn van Jan-Albert Hootsen, freelancejournalist en blogger in Mexico. Hij zet deze kettingcolumn voort en zoekt een opvolger.