Eerder deze week betrapte ik me erop dat ik me stevig ergerde aan een opmerking die een trouw lezer van mijn weblog over Mexico maakte. Mexico was een ‘horrorland’ waar niemand veilig is. Een land waar je zomaar iets kan overkomen. Ik woon hier zelf al bijna anderhalf jaar met veel plezier en zonder een gevoel van onveiligheid. Ik wil hier eigenlijk nooit meer weg.
Een reactie zoals die hierboven loopt niet synchroon met mijn wereldbeeld. Maar hoe terecht is mijn ergernis eigenlijk? Als ik mijn eigen berichtgeving over Mexico erop nalees, bekruipt me hetzelfde onheilspellende gevoel als toen ik in september de burgemeester interviewde van het door drugsbenden geteisterde Ciudad Juárez, een stad tegen de Amerikaanse grens. Kort daarvoor had hij in een vlammend betoog de inwoners voorgehouden trouw te blijven aan hun stad, door dik en dun, in goede en slechte tijden. Hij riep de Juárenses op niet te vertrekken en zich te verzetten tegen de criminaliteit en het geweld. Het zou een mooie speech zijn geweest, als hij niet zelf dagelijks de grens met Texas zou oversteken om veilig naar zijn huis in El Paso te gaan, de zusterstad aan de overzijde van de Río Bravo. Ik was verontwaardigd over zijn hypocriete houding.
Maar ik ben zelf ook hypocriet. Wie ben ik om me te ergeren aan onterechte vooroordelen over Mexico, als mijn berichtgeving die vooroordelen zelf vaak bevestigt? Twee derde van mijn artikelen, radioproducties, blogberichten en tweets gaat over het drugsgeweld in Mexico. Samen creëren ze het beeld van een corrupte, gewelddadige en straffeloze samenleving. Natuurlijk zijn er gebieden in het land waar dat het geval is, maar het grootste deel van Mexico is wat het altijd is geweest: een schitterend land, beeldschoon in zijn diversiteit en fascinerend in al zijn contrasten. Alleen gaan mijn stukken daar vaak niet over. Ze gaan over het Sinaloakartel en de rivaliserende Zetas, over onthoofdingen, schietpartijen en corruptie. En ja: nieuws is nieuws, slecht nieuws verkoopt beter, blabla. Feit blijft dat ik in mijn werk Mexico niet verkoop zoals het is.
Een wereldbeeld maak je zelf. Ik ben me er steeds vaker van bewust dat ik er medeverantwoordelijk voor ben dat het wereldbeeld van degenen die mijn berichten lezen of beluisteren, voor een deel gemankeerd is. Gelukkig kan ik daar iets aan doen. Want dit schitterende land zit vol schitterende mensen die dagelijks, op hun eigen bescheiden wijze, proberen er wat van te maken. In al die mensen schuilt een schitterend verhaal. One11 herinnert me daaraan.
Ik weet wel dat de spectaculaire ontsnappingen van drugsbaron Joaquín ‘El Chapo’ Guzmán een veel sexyer verhaal opleveren. Ik weet dat de drugsoorlog gewoon doorgaat en de corruptie niet van de ene op de andere dag zal verdwijnen. Ook dat is de realiteit, en ook daarover moet worden geschreven. Maar het mag best wat minder. Wat dat aangaat ben ik blij met One11. Het initiatief voelt in al zijn positivisme als een soort corrigerende tik, alsof er tegen me wordt gezegd: er gebeuren ook mooie dingen, houd je daar wel rekening mee? Het motiveert me een betere journalist te worden.
Voor de journalistiek is One11 een reality check.
De laatste zin van deze column zal de eerste zijn van Arjen van Bijnen. Hij zet deze kettingcolumn voort en zoekt een opvolger.