NL editie / World edition

Bemiddelaar in de banlieue

door Frank Renout


Mehdi Bigaderne stond vijf jaar geleden tussen de brandende auto’s in een Parijse voorstad en verloor een jeugdvriend. Toch koos hij niet voor de confrontatie, maar voor het slaan van een brug tussen jongeren en samenleving. Nu zit hij in het gemeentebestuur als wethouder. “Met auto’s in brand steken los je de problemen niet op.”

Bemiddelaar in de banlieue Mehdi Bigaderne komt het gemeentehuis binnenlopen, gooit zijn zwarte jack over een stoel, hoort uit welk land de journalist komt, en het ijs is gebroken. “Ik ken Nederland heel goed!” zegt hij breed lachend, om er met een Frans accent aan toe te voegen: “Iek spreek zelfs nok een bietje Nederlands!” Dan weer in het Frans: “Ik heb gewoond in Woerden en in Friesland, in Joure.’’ Van zijn tweede tot zijn zeventiende stuurden zijn ouders hem met grote regelmaat en voor langere perioden naar een Nederlands gastgezin. Om ook in ‘andere’ omstandigheden op te groeien. “Tja, het was hier in Clichy natuurlijk niet best. Vandaar dat mijn ouders me naar Nederland stuurden.”

En daarmee is de toon gezet. Want Clichy-sous-Bois, een voorstad ten oosten van Parijs, staat inmiddels wereldwijd bekend als het toonbeeld van het kwaad in de Franse voorsteden, de banlieues, die synoniem zijn geworden met ‘slechte buurten’. Bij de rellen die er in 2005 uitbraken onder vooral allochtone jongeren, wierp Mehdi zich op als bemiddelaar. Terwijl veel van zijn leeftijdgenoten de straat opgingen of brandbommen naar de politie gooiden, koos hij ervoor rust te prediken.

Eind oktober 2005 kwamen in Clichy twee tieners om het leven, Zyed en Bouna, na een achtervolging door de politie. Hun dood leidde tot de rellen in Clichy – en daarna in heel Frankrijk. Drie weken lang was het alsof alle Franse banlieues in brand stonden. Een politiek-maatschappelijke beerput ging open: decennialang had Frankrijk gezwegen over de werkloosheid en slechte huisvesting in de banlieues, over de immigratie en taalproblemen in de torenflats en over de criminaliteit en drugshandel in de achterbuurten.

Brandende auto's
In het najaar van 2005 kwam al die ellende tot uitbarsting. De Amerikaanse nieuwszender CNN maakte er een spectaculaire show van met beelden van brandende auto’s, maar bij de bewoners van Clichy-sous-Bois lieten de banlieuerellen een pijnlijk en blijvend litteken achter. “Ik studeerde dat jaar, maar was ook jongerenwerker in de wijk hier”, vertelt Mehdi, zelf geboren in Clichy-sous-Bois. “Ik was 23 en weet nog goed dat ik die avond bij mijn moeder zat, we vierden haar verjaardag. We waren net klaar met de ramadanmaaltijd toen we hoorden dat twee jongens dood waren. En al snel daarna hoorde ik dat het om Bouna ging, een vriend van me. Zijn broer ken ik al sinds mijn schooltijd. Ik ging naar buiten, de straat op, en zag meteen al auto’s in brand staan en groepjes jongeren die de politie opwachtten.

Die eerste avond is er hier in de stad hard gevochten tussen jongeren en de politie. Het ging er echt gewelddadig aan toe. Let wel: we hebben het over kleine jochies die de straat op gingen hè, van twaalf of dertien, soms zeventien jaar. Twaalf of dertien, dat was ook de leeftijd van Zyed en Bouna. Ik begreep de woede van hun leeftijdgenoten wel. Maar toen ik die avond zag dat ze de school in brand wilden steken, zei ik: ‘Nee jongens, niet de school.’ Die is er juist voor de jongeren, de school is goed, die val je niet aan.” Mehdi’s matigende opstelling wierp zijn vruchten af. Hij en andere jongerenwerkers gingen naar mensen thuis en spraken met de jongeren. Mede daardoor kwam aan het geweld in Clichy-sous-Bois relatief snel een einde, terwijl het elders in Frankrijk nog weken aanhield.

“Tja, waarom koos ik voor bemiddelen en een ander voor brandstichten? Mensen hebben verschillende karakters, verschillende temperaturen. En ik was natuurlijk al jongerenwerker in de stad. Kijk, als ik zelf twaalf of dertien was geweest, had ik misschien wel hetzelfde gedaan als die andere jochies die de straat opgingen. Ik was zelf ook boos, maar door mijn werk kon ik ook afstand bewaren tot wat er op straat gebeurde. Het was mijn werk om samen met jongeren projecten op te zetten, samen problemen op te lossen. Ik was ook verdrietig. Maar ik zei tegen die jongens: 'Misschien geeft het je nu een goed gevoel om auto’s in brand steken, misschien lucht het op, maar je lost het probleem er niet mee op.' En er werd naar me geluisterd omdat ze me kenden. Die jongens wisten dat ik er een uit de wijk was.”

AC Le Feu
Wat begon met diplomatie-van-de-straat ging al snel over in analyse. “In kranten lazen we verhalen over wat nu de oorzaak was geweest van de banlieuerellen. Nou, er werd geschreven dat het allemaal het gevolg was van immigratie, van polygamie, zelfs van rapmuziek. Het was eigenlijk de fout van alles en iedereen, behalve van politici en van hun beleid. Met een groep jongeren uit Clichy hebben we toen besloten iets te doen. We wilden de beeldvorming veranderen, het idee dat de problemen eigenlijk onze eigen schuld waren. Het werd een vereniging: AC Le Feu.”

Die vriendenclub ontpopte zich jarenlang als fel vertegenwoordiger van ‘de’ banlieuebewoners. Er werden landelijke acties opgezet om de mensen uit achterstandsbuurten aan het woord te laten, om aandacht te vragen voor de ‘echte’ problemen in de wijken. Niet de immigranten zijn het probleem, maar het feit dat ze worden gediscrimineerd als ze solliciteren met een ‘buitenlandse’ achternaam, zo benadrukten AC Le Feu en Mehdi keer op keer bij media en politici. Niet de jonge drugsdealers zijn de oorzaak van de problemen, maar het feit dat 40 procent van de banlieuejongeren werkloos is en geen vooruitzicht heeft op een baan.

“Ik was dus actief bij AC Le Feu, maar ik wilde op een gegeven moment niet meer alleen degene zijn die steeds maar vond dat anderen iets voor hem moesten doen. Nee, ik wilde zelf meedoen. Maar ons allochtone jongeren wordt altijd voorgehouden dat de politiek niks voor ons is. Toen ik klein was, zag ik een gemeentewethouder als de president van Frankrijk. Want voor de politiek had je de juiste diploma’s nodig, moest je elitescholen bezoeken enzovoorts. De gemeenteraad in Clichy was in die tijd helemaal niet representatief: zo’n 80 procent van de bevolking woonde in arbeiderswijken, maar de meeste gemeenteraadslieden niet. Toen de rellen in 2005 uitbraken, merkten we dat sommigen die wijken zelfs helemaal niet kenden! Dat stoorde me enorm: hoe kunnen die mensen ons dan vertegenwoordigen?”

Verkiezingen
In 2007 werden in Frankrijk presidentsverkiezingen georganiseerd en snel daarna volgden parlementsverkiezingen. AC Le Feu droeg twee kandidaten voor. “Het was symbolisch hoor, we wisten dat we niet konden winnen, maar we eindigden wel als tweede. Daarna hebben we binnen de vereniging veel overlegd over de gemeenteraadsverkiezingen, en de meningen waren nogal verdeeld. Moesten we meedoen of niet? Uiteindelijk hebben we besloten mee te doen, maar dan ook als groep, als collectief, zonder allianties te sluiten met andere partijen. We presenteerden ons als burgerkandidaten, en ik denk dat dat heeft gewerkt. We waren een onafhankelijke linkse lijst. We wonnen zetels, en dat geeft ons nu de vrijheid om ook onze eigen stem te laten horen in de gemeenteraad.”

Mehdi is inmiddels wethouder in Clichy-sous-Bois. Maar vijf jaar na de banlieuerellen ziet hij ook dat er weinig is verbeterd in de stad. De werkloosheid is nog steeds hoog, buitengewoon veel jongeren maken hun school niet af en nieuwe woningbouw laat lang op zich wachten.
“Als jongeren me nu soms zeggen dat er toch niks verandert, dat alles bij het oude blijft, dan zeg ik: als je iets wilt veranderen, moet je het zelf doen. Als je met je armen over elkaar gaat zitten, verandert er niks. Maar het duurt lang, dat is waar. Toen ik de gemeentepolitiek inging zei ik niet: stem op mij, ik kan toveren en alles wordt beter. Nee, ik zei: dit is maar een eerste stap. Maar het blijft moeilijk, tegen jongeren in Clichy zeggen: ‘Geloof in Frankrijk’, ‘Doe je best’, als ze het gevoel hebben er niks voor terug te krijgen. Dag in dag uit proberen wij de jongeren ervan te overtuigen vertrouwen te hebben en te houden in de Franse politiek, in de Franse justitie, in de Franse normen en waarden. Maar dat wordt steeds moeilijker, want vijf jaar na de banlieuerellen is er inderdaad nog bar weinig verbeterd. Maar ik ben ervan overtuigd dat als je echt iets wilt veranderen, als je het leven in Clichy wilt verbeteren, dat je dan legitieme middelen moet gebruiken die daarvoor bestaan. Niet auto’s in brand steken, maar meedoen in de politiek. Alleen zo kun je iets veranderen.”



Delen



Laatste reacties (6)

Hans Rutgrink
Geplaatst op: woensdag 20 november 2013 om 14:04
Een brug bouwen met aan beide kanten Een toekomst er is geen andere manier!
Armand Gerards a time for.nl
Geplaatst op: zondag 25 december 2011 om 13:51
Vandaag eerste kennismaking met ONE.11

Wat een verademing , Het is er gewoon goed nieuws met inhoud ! Groots..NU start ik de dag met jullie. A
Ruud
Geplaatst op: donderdag 6 januari 2011 om 13:50
Hulde, ik hoorde voor het eerst van deze site van mijn dokter en ik huilde van blijdschap. En ik huldig een ieder die probeert de samenleving meer prettiger te maken en ook de jongeren meer kansen in het leven te geven. Mijn hart en het geloof in God/Allah s.w.t. groeit hiermee.
Toos van der velden
Geplaatst op: woensdag 5 januari 2011 om 09:59
Geweldig verhaal. het versterkt mijn vertrouwen dat geweldloze oplossingen in conflicten mogelijk zijn.
Goed initiatief One11.nl
Appie en Thea Boorsma
Geplaatst op: dinsdag 4 januari 2011 om 21:49
Wij zijn de betreffende gastouders en hebben heel veel plezier en leuke tijden met Medhi beleefd.
Wij zijn er heel erg trots op dat hij nu wethouder is in Clichy en daar de jeugd probeert te helpen aan ze een betere toekomst.
Super !!
iona
Geplaatst op: dinsdag 4 januari 2011 om 17:39
zo zie je dat niets zo hopeloos is als het er in het nieuws uitziet!

Plaats een reactie













Ik wil mij graag aanmelden voor de One11-nieuwsbrief.






Waar



Wie

Frank Renout

Frank Renout

Frank Renout woont en werkt sinds 2004 in Frankrijk als correspondent voor radio en kranten in Nederland en België. Het Algemeen Dagblad is zijn belangrijkste opdrachtgever.

Waarom

"Ik doe mee aan One11 omdat het belangrijk én ontzettend leuk is om mensen te horen vertellen over hun inzet en hun doorzettingsvermogen."

Links