NL editie / World edition

Pater Don Quichot

door Jan-Albert Hootsen


Duizenden Midden-Amerikaanse migranten proberen elk jaar via Mexico de Verenigde Staten te bereiken. Ze komen vaak terecht in opvangtehuizen, zoals dat van de bejaarde pater Alejandro Solalinde in de Zuid-Mexicaanse deelstaat Oaxaca. Hij neemt het in zijn eentje op tegen krachten die groter zijn dan hijzelf, maar is strijdbaar. "Ik ben niet bang voor de dood."

Pater Don Quichot Fysiek beginnen de dagen voor Alejandro Solalinde (60) te tellen. Hij loopt wat langzamer dan voorheen, en zijn stem is hees en zacht. Maar zijn brutale ogen zijn nog vol levenslust. Hij moet wel, zegt hij zelf. “Niemand in de katholieke kerk bekommerde zich om de migranten in Mexico, en voor politici zijn ze hooguit een geldbron. Terwijl het juist deze mensen zijn die het hardst hulp nodig hebben.”

De priester ploegt dagelijks onder de tropisch zon door de straten van het slaperige provincieplaatsje Ixtepec om zijn opvangtehuis Hermanos del Camino (‘broeders op weg’) draaiende te houden. Ixtepecs faam is vooral gebaseerd op de belangrijke spoorlijn die via het stadje naar het noorden loopt. Elke dag komen er vrachttreinen uit het zuiden aan, en honderden migranten springen er van de wagons om bij Solalinde op verhaal te komen.

Het opvangtehuis bestaat uit niet veel meer dan een paar slaapzalen, een keuken, een kerkje en de bescheiden leefvertrekken van Solalinde rondom een kale binnenplaats. Geen luxe, maar de migranten zijn bij aankomst dolblij. Na alle ontberingen voelen ze zich even beschermd.

Snelle doorstroming
Solalinde vangt iedere gast op, biedt hem onderdak, kleding en voedsel en waar nodig medische zorg. De enige regels: geen drank, geen drugs, geen vechtpartijen en om beurten moeten de huishoudelijke taken worden gedaan. Verder moeten alle gasten de dagelijkse mis bijwonen. “Uiteindelijk ben ik officieel een missionaris”, knipoogt Solalinde.

De mensen mogen een paar dagen blijven om op krachten te komen, maar moeten dan plaatsmaken voor de volgende groep. Het opvangtehuis kan de stroom migranten nauwelijks aan. “Soms komen er wel achthonderd mensen tegelijk aan”, zegt Solalinde, “We proberen het allemaal zo goed mogelijk te regelen, maar onze middelen zijn beperkt.”

Zetas
Alleen al in de tweede helft van 2010 werden in Mexico naar schatting elfduizend Centraal-Amerikaanse migranten ontvoerd. Van velen wordt nooit meer iets vernomen. Soms komt plotseling de gruwelijke realiteit aan de oppervlakte, zoals in augustus vorig jaar. Toen werden 72 migranten in de Noord-Mexicaanse deelstaat Tamaulipas door de drugsbende Zetas collectief geëxecuteerd. De Zetas, een paramilitair moordcommando opgericht door gedeserteerde soldaten uit het Mexicaanse en Guatemalteekse leger, wilden de migranten dwingen voor hen te werken. Ze weigerden en moesten dat met de dood bekopen.

Van de grens met Guatemala tot de grens met de Verenigde Staten lopen de mensen gevaar, legt Solalinde uit. “In Chiapas, aan de grens met Guatemala, stappen ze op de trein, wat erg gevaarlijk is. Ze reizen op het dak. Soms valt er een af, en zo iemand raakt dan een been kwijt of erger. Een nog groter probleem is de grootschalige mensensmokkel. De reizigers worden ontvoerd, afgeperst, gemarteld, vermoord. De georganiseerde misdaad verdient veel geld aan de migranten, van wie er veel familie hebben in de Verenigde Staten, die geld moet ophoesten voor de vrijlating van hun familie die hier wordt ontvoerd.” Met name de vrouwen zijn een kwetsbare prooi; sommige mensenrechtenorganisaties stellen dat de helft van alle vrouwen onderweg wordt verkracht.

Corrupte autoriteiten
Aan de autoriteiten hebben ze helemaal niets, aldus Solalinde. “Niet alleen helpen ze niet, veel autoriteiten doen er gewoon aan mee. Ze weten dondersgoed wat er speelt en hoe lucratief de mensensmokkel is. Daarom moeten ze me niet. Ongeveer een jaar geleden zat ik korte tijd in de gevangenis. Toen iemand aan de toenmalige gouverneur van Oaxaca vroeg hoe het mogelijk was dat ze mij hadden opgesloten, zei hij dat ik me niet met de migranten moest bemoeien, dat ik daarom gevangenzat. Dat is veelzeggend. Het gaat ze allemaal om geld. Ze hebben geen schaamte, geen moraal.”

Solalinde zelf lijkt soms als een Mexicaanse Don Quichot tegen de windmolens te vechten. Met name Ulises Ruiz Ortiz, de dictatoriale oud-gouverneur van Oaxaca die enkele maanden geleden vertrok, deed er alles aan om de priester tegen te werken. Vorig jaar mei dreigde een groep gewapende mannen het opvangtehuis zelfs in brand te steken. Ze waren opgehitst door de lokale autoriteiten, zegt Solalinde. “Die beweerden dat een migrant een meisje hier zou hebben verkracht.” Daar bleek niets van waar te zijn. “Veel lokale politici werken met de georganiseerde misdaad samen. Ons opvangtehuis is hun een doorn in het oog, want we blokkeren hun inkomstenbron: de mensensmokkel en ontvoeringen.” Solalinde wordt zelf regelmatig bedreigd en is meerdere malen opgepakt.

De kerk geeft niets
Met zijn opvangtehuis doet hij wat hij kan, maar de middelen zijn beperkt. De katholieke kerk gaf hem haar zegen, maar op een kerkelijke bijdrage hoeft hij niet te rekenen. “Ik moet het doen met vijftienduizend peso [zo’n negenhonderd euro] die ik van vrienden en familie krijg, en verder van donaties van kleding, voedsel en medicijnen. Eigenlijk is het nauwelijks te doen. We moeten de rekeningen betalen, medische zorg bieden, voedsel voor de gasten kopen, benzine voor de auto…”

Toch weet hij de opvang draaiende te houden. En sinds de slachting in Tamaulipas is Solalinde een landelijke bekendheid, als woordvoerder van het handjevol activisten in Mexico dat het opneemt voor de illegale migranten. Burgemeester Marcelo Ebrard van Mexico-Stad, een belangrijke kandidaat voor het presidentschap van 2012, ontving hem meerdere malen om zijn steun te betuigen, en Amnesty International heeft een symbool van hem gemaakt, waardoor zelfs tot in Europa het opvangtehuis bekendheid heeft gekregen.

Ondanks zijn bekendheid en de sterk toegenomen aandacht voor het lot van de migranten is er weinig verbetering zichtbaar in de situatie van de mensen, betreurt Solalinde. Weliswaar heeft Mexico onlangs een nieuwe wet aangenomen die hen beter moet beschermen en hun toegang tot de gezondheidszorg biedt, de ontvoeringen en moorden gaan gewoon door. Net als de bedreigingen aan het adres van de pater zelf. Maar bang is hij niet. “Ik weet dat ze me op een gegeven moment zullen doden. Ik ben een te groot obstakel voor ze. Maar ik ben niet bang voor de dood. Dit is mijn roeping.”


Delen



Laatste reacties (2)

petero
Geplaatst op: zondag 6 maart 2011 om 21:49
Bewonder Jan-Albert, in zo'n gevaarlijk land zijn werk te doen!
Bewonder Alejandro als mens. Van een geloof moet je het niet hebben.
marion van der burgh
Geplaatst op: zaterdag 5 maart 2011 om 14:49
Hoe is het mogelijk dat er zoveel aandacht gaat naar Afrika en terroristen en dat deze pater niet gesteund wordt???
Dank dat jullie dit "openbaar" maken, ik hoop dat het helpt.

Plaats een reactie













Ik wil mij graag aanmelden voor de One11-nieuwsbrief.






Waar



Wie

Jan-Albert Hootsen

Jan-Albert Hootsen

Jan-Albert Hootsen werkt sinds oktober 2009 als freelance journalist in Mexico voor o.a. Trouw, ANP, Radio Nederland Wereldomroep, Onze Wereld en De Groene Amsterdammer. Tevens publiceert hij op zijn weblog El Pinche Holandés, en twittert over Mexico als @Jayhootsen.

Waarom

"Mexico is een bron van een eindeloze stroom slecht nieuws, waardoor weleens wordt vergeten dat er in dit land duizenden mensen zijn die met minimale middelen proberen het verschil te maken. Zij vormen het echte sociale vangnet van Mexico. Voor hun werk is veel moed en doorzettingsvermogen nodig, en ik ben hier weinigen tegengekomen die dat in ruimere mate hebben dan Alejandro Solalinde. Hij heeft ontelbare migranten het leven gered en is ondanks alle tegenwerking onverzettelijk en hoopvol. Dat is indrukwekkend en verdient veel respect."