NL editie / World edition

Iemand moet het doen

door Peter Vermaas


Afrika is rijk aan grondstoffen, maar de bevolking is arm. Dat lees je al jaren, maar niemand doet iets. De Zimbabwaanse activist Farai Maguwu wel. Na zijn arrestatie en mishandeling in een gevangenis pakte hij dit jaar doodgemoedereerd de draad weer op.

Iemand moet het doen “Iemand moet het doen”, zegt Farai Maguwu. En hij moet er zelf om lachen. De vraag was waar hij na vijf weken cel in een van de beruchtste gevangenissen van Zimbabwe nog de motivatie vandaan haalt om misstanden bij de winning van grondstoffen in zijn land aan de kaak te stellen. “Als ik het niet doe, doet niemand het”, zegt hij. “En ik ben er goed in.”
 
Dat hebben de Zimbabwaanse autoriteiten geweten. Farai Maguwu (37) runt in de oostelijke provinciestad Mutare het Centre for Research and Development, een gewichtige naam voor een eenmans-mensenrechtenorganisatie die sinds de vondst van diamanten in 2006 onderzoekt of de winning van de kostbare stenen wel volgens de regels verloopt. Nergens liggen zo veel diamanten voor het oprapen als op de Marangevelden in Oost-Zimbabwe – naar schatting een kwart van de wereldwijde diamantvoorraad, genoeg om de schulden van het bijkans failliete land mee af te betalen –, maar gewone Zimbabwanen hebben van de stenen nog niet van geprofiteerd.
 
Bloeddiamanten
Maguwu, die conflictstudies studeerde aan de Africa University in Zimbabwe en aan het European University Centre for Peace Studies en die sinds kort als leraar geschiedenis en aardrijkskunde in Zimbabwe werkt, schreef rapporten over de illegale smokkel via Mozambique naar het Midden-Oosten. Hij beschreef de rol van kopstukken rond de Zimbabwaanse president Mugabe die de opbrengst van de handel in eigen zak zouden steken. En hij beschreef de mensenrechtenschendingen door leger en politie van Zimbabwe: via dwangarbeid lieten de generaals mensen voor zich werken, illegale diamantzoekers werden vanuit helikopters beschoten. De diamanten uit Zimbabwe, zei Maguwu in een onbewaakt ogenblik, zijn bloeddiamanten. Waarna de aandacht van de internationale media voor eventjes gewekt was.
 
Ik bezocht Maguwu ongeveer een jaar geleden in zijn kantoortje op een bovenetage in het centrum van Mutare. Voordat ik zijn kamer betrad, moest ik veel hinderlagen van onduidelijke figuren passeren. Een lange man met een machinegeweer over wie de diamantactivist later zei dat hij zijn vaste schaduw van de geheime dienst was, wees me vriendelijk de weg. “Trek je niets van hem aan”, zei Maguwu met enig bravoure. “Mijn deurwacht is meer in mij geïnteresseerd dan in jou.”
 
Een paar maanden later ging het fout. Het Kimberley Process, de door industrie, overheden en hulporganisaties aangestelde waakhond voor de diamanthandel, had toen net een speciale rapporteur aangesteld. Zimbabwe wilde graag de diamanten langs legale weg exporteren, maar de leden van het Kimberley Process betwijfelden of het land zich wel aan de ‘minimale vereisten’ hield. Rapporteur Abbey Chikane, een prominente diamantair en broer van de stafchef van de Zuid-Afrikaanse oud-president Thabo Mbeki, ontkwam er niet aan om ook met Maguwu te spreken.
 
Geen Ken Saro Wiwa
“Chikane vroeg me naar het Holiday Inn te komen”, zegt Maguwu. “Ik vroeg hem of het gesprek onder ons zou blijven omdat de overheid niet blij was met mijn onthullingen. Hij zei dat ik me geen zorgen hoefde te maken.” Maar twee dagen na het gesprek stond de politie bij de diamantactivist thuis op de stoep. Hij maakte zich door het raam uit de voeten. “Ik wilde geen Ken Saro Wiwa worden”, zegt hij, verwijzend naar de in Nigeria geëxecuteerde activist die de oliepraktijken van Shell aan de kaak stelde. En hij moet er weer bij lachen. Maar na een week rondzwerven gaf hij zich uiteindelijk vrijwillig aan. “Je kunt niet permanent bij vrienden blijven logeren.”
 
Maguwu zou rapporteur Chikane onjuiste en staatsgevaarlijke informatie hebben doorgegeven, luidde de aanklacht. En Chikane zelf deed er in zijn rapport over Zimbabwe nog een schepje bovenop: Maguwu kwam niet alleen te laat opdagen op de afspraak in het Holiday Inn, schmierde hij, maar overhandigde ook “een frauduleus verkregen document”. Maguwu, oordeelde de aanklager, “verdient aan het publiceren van onjuiste informatie, die schadelijk is voor het land”.
 
Marteling
Veertig dagen zat hij vast, hij werd naar eigen zeggen gemarteld en kreeg geen medische hulp toen hij ziek werd. “Mijn arrestatie was puur politiek”, zegt hij nu. Het voorarrest liep precies tot de volgende vergadering van de leden van het Kimberley Process, dat moest beslissen over Zimbabwes verzoek om weer te mogen exporteren. Zimbabwe kon toen goede sier maken met zijn vrijlating. “Het was een afschuwelijke tijd, maar je leert met dit soort bedreigingen leven”, zegt Maguwu. In oktober trok de aanklager de aanklachten in, maar tussentijds werd hij nog één keer opgepakt. Omdat hij in een gestolen Mercedes zou rondrijden. “Een pesterijtje.”
 
2010 was goeddeels een verloren jaar, maar op 3 januari van 2011 verraste Maguwu zijn vrienden en contacten met een e-mail waarin hij aankondigde dat zijn belaagde Centre for Research and Development heropend was. “Meer dan ooit zijn we nodig”, zegt hij. “De mensenrechtensituatie bij de diamantwinning hier in Oost-Zimbabwe is nauwelijks verbeterd, eenvoudige mensen die gewoon geld willen verdienen, lopen het risico te worden mishandeld door de mijnbazen en het leger.”
 
Inmiddels hebben Russische en vooral Chinese bedrijven van de overheid concessies gekregen om de diamanten te winnen. Zij werken nauw samen met het regime van president Mugabe, die in Zimbabwe inmiddels ruim dertig jaar in het zadel zit. “De illegale praktijken zijn nu geïnstitutionaliseerd, en de schatkist van Zimbabwe heeft nog altijd nauwelijks van de diamantwinning geprofiteerd. Ik probeer mensen hier in het diamantgebied te vertellen wat hun rechten zijn.”
 
Massaal arm
De Chinezen hebben Maguwu’s bijzondere belangstelling nu. Je vindt ze overal in Afrika, op  zoek naar grondstoffen. “Afrika is rijk aan bodemschatten, maar de bevolking is nog altijd massaal arm”, zegt hij. “Die constatering lees je al jaren, maar niemand doet er iets aan.” Maguwu heeft zijn werkterrein verbreed tot het hele continent: hij wil als grondstoffenactivist samenwerken met actievoerders in andere Afrikaanse landen.
 
“De Chinezen dragen niets bij aan Afrika, alleen aan de elite. Zelfs voor eenvoudig werk bij de mijnen halen ze mensen uit China, dus veel banen levert het ook niet op. Lokale mensen willen ze geen opleiding geven.”
 
Wat hij kan doen? “We moeten de feiten boven tafel brengen, zoals ik dat met de diamanten hier in Zimbabwe heb gedaan”, zegt Maguwu. “We hebben het hier over enorme belangen, over verrijking door enorm machtige mensen. Als ons onderzoek naar de levensomstandigheden rondom mijnen ertoe kan leiden dat meer met de lokale bevolking rekening wordt gehouden, dan ben ik tevreden.”
 
Nee, daar maakt hij zich niet geliefd mee. “Ik weet dat dit onveilig is, maar we moeten wel. Dit is deugdzaam werk. Dat is het enige wat telt.”
 
En dan weer: “Iemand moet het doen.”



Delen



Laatste reacties (2)

p. van friesland
Geplaatst op: woensdag 6 april 2011 om 14:19
Het is me nog steeds een raadsel dat ondanks alle internationale instellingen,rechten van de mens, internationaal gerechtshof, noem maar op, dit soort toestanden maar blijven voortduren. De staten dekken elkaar met veto's en andere trucs. Schooiers als Mugabe,Ghadaffi, Berlusconi, Suharto, Birmesche Generaals, noem maar op, kunnen hun gang blijven gaan, en de "gewone mensen", zoals de meeste mensen zijn, zijn direct SLACHToffer. Ik walg van deze heersers en van de omstandigheden die het mogelijk maken dat er eigenlijk maar zo weinig veranderd.
peter van Onna
Geplaatst op: maandag 28 maart 2011 om 17:27
Wat een zeer moedige man! Niets dan bewondering.

Plaats een reactie













Ik wil mij graag aanmelden voor de One11-nieuwsbrief.






Waar



Wie

Peter Vermaas

Peter Vermaas

Peter Vermaas (1975) is correspondent zuidelijk Afrika voor NRC Handelsblad en nrc.next en opereert vanuit Johannesburg. Hij werkte eerder voor De Groene Amsterdammer.

Waarom

"Ik geloof niet in helden, heb ook niets met dat geïnflateerde woord. Maar natuurlijk kom ik in mijn regio mensen tegen die net iets meer doen dan anderen. Mensen die proberen met opgeheven hoofd een verschil te maken. Voor hen is Afrika niet het verloren continent, maar een continent dat evenveel politieke en economische aandacht verdient als de rest van de wereld.
Ik prijs me gelukkig dat NRC Handelsblad met drie correspondenten Afrika niet vergeten is, maar in de hectiek van het dagelijkse nieuws halen zij die proberen een verschil te maken vooral de kolommen als ze in problemen zijn geraakt. Mooi dat One11 hun een meer permanent gezicht geeft."