NL editie / World edition

Ode aan de juf

door Robin Gerrits


De 70-jarige docente Lies van Eck-Daeter gaf jarenlang een-op-eenbegeleiding aan haar autistische dochter, tot ze in 1993 terugkeerde voor de klas. “Op mijn zestigste kreeg ik een vaste aanstelling. Dat vond ik heel bijzonder.” Nu blikt ze terug op haar loopbaan en op de vele dilemma’s waarmee het onderwijs anno 2011 wordt geconfronteerd.

Ode aan de juf “Toen ik weer mocht gaan werken, voelde dat als een cadeautje. Ik was hartstikke blij dat ik dat weer mócht! Vanaf de geboorte van mijn dochter Annelies totdat ze zeventien was ben ik uit het onderwijs geweest. Eigenlijk had ik op haar vierde weer willen beginnen, maar door haar autistische stoornis ging dat niet. Eerst zat ze drie dagen per week helemaal in Limburg op een speciale school. Op dinsdag en donderdag zat ik ochtend aan ochtend met haar in groep drie van basisschool De Zeggewijzer in Terheijden. Kijken hoe andere kinderen het deden. Moet een leerkracht maar goed vinden hoor, een moeder die zelf ook onderwijzeres is in je klas!
 
“Na dat jaar in Limburg mocht Annelies in groep drie starten. Ik moest wel altijd thuis zijn, want ze kon zomaar ineens naar huis worden gestuurd als het niet ging. En elke dag ging ik naar school om even apart met haar te lezen of te rekenen.
Na jaren kon de afstand in de klas iets groter worden, kon ze iets meer op zichzelf staan. Zo is heel langzaam haar zelfstandigheid gegroeid. Op een gegeven moment kon ze ook begeleid zelfstandig wonen, en nu woont ze alweer jaren samen met haar vriend.”
 
Ruimte geven
“Ik weet zeker dat ik door de ervaringen met Annelies dingen heb geleerd over de omgang met kinderen met autisme of ADHD die ik anders nooit zou hebben geleerd. Ik noem maar wat: ik zit vanaf de voorste banken iets uit te leggen, en een jongen met ADHD fluistert tegen me: ‘Juf, ik moet zo even springen, hoor.’ Ik zeg: ‘Da’s goed joh’, en tijdens de instructie zie je hem even flink losgaan en dan weer gaan zitten. Collega’s zeiden tegen me: dat moet je niet toelaten. Maar juist dat beetje ruimte geven werkte heel goed.
 
“Ook wist ik dat ze soms dingen denken in plaats van zeggen. Annelies zei de eerste zes jaar praktisch niets. Later vroeg ik haar waarom ze vroeger niet sprak. ‘Ik sprak wel, in mijn hoofd, maar jullie hoorden het niet’, antwoordde ze. Dus kennelijk had ze het idee dat de dingen die ze dacht voor ons hoorbaar waren. In de klas had ik eens een meisje dat op momenten dat het spannend voor haar was, altijd zweeg en je alleen maar aankeek. Toen vroeg ik haar: ‘Kun je het opschrijven?’ En ja hoor, toen kwam het…
 
“Ik deelde die ervaring natuurlijk met collega’s, maar zoiets is toch moeilijk over te nemen als je het niet zelf hebt meegemaakt. En je moet er ook lol in hebben zo naar kinderen te kijken, open te staan, te zoeken.
 
“Ik vond het vreselijk jammer dat ik niet voor de klas kon staan in de tijd dat ik zo met onze dochter bezig was. Toch heb ik nooit een moment spijt gehad dat ik voor haar koos en niet voor de school. Ze is een geweldig lief en goed mens geworden, een heerlijke dochter voor ons en een fijne partner voor haar vriend.”
 
Oma
“In augustus 2010 had ik mijn laatste werkdag op basisschool Sinte Maerte in Breda. De laatste jaren werkte ik nog vast op de woensdagochtend en eens in de drie weken op vrijdag. Jammer om geen ‘eigen’ klas meer te hebben, maar ik kon het goed met de groepsdocent vinden. Groep 4 was het, die zijn net goed gewend aan school. Als ze dan enthousiast iets kwamen vertellen, zeiden ze: ‘Oma, mag ik…’ enzovoorts. Schitterend.
 
“Op de kweekschool in de jaren vijftig werd ik alleen opgeleid voor de lagere school. Niet voor de kleuterschool. Dat was iets héél anders. Andere opleiding, andere akte. Allemaal strikt gescheiden. Er werd een beetje op neergekeken, op al dat gefriemel. Toch vond ik het zo vanzelfsprekend dat die twee onderwijsvormen in de jaren tachtig opgingen in de basisschool: voor de kinderen is het veel beter. Als een kind in groep 2 al kan lezen, dan mag het alvast stof doen van groep 3.
 
“Eigenlijk is er maar één vereiste voor dit vak: je moet kinderen leuk vinden. Dat is van alle tijden. Lees Theo Thijssen! Het gaat om de lol van kinderen. De humor van kinderen. Als je het doet om geld te verdienen, zoek dan een andere baan.”
 
Aandacht
“Voorbeeldje: Marijke begint de dag snikkend omdat haar vis is doodgegaan. Mooie aanleiding om er met de hele klas even bij stil te staan. En dan zeg ik tegen haar: ‘Vanavond zoek ik uit mijn tuin een mooie steen. Die maak ik schoon, en ik zet de naam van jouw vis erop. Die mag dan op het grafje. Goed?’ Meisje rustig, de les kan beginnen. Een paar minuten aparte aandacht, het lijkt zo onnozel. Later op de dag kijk ik Marijke even aan, geef ’r een knipoog, ze kijkt terug. Onbetaalbaar.
 
“In 1960, toen ik van de kweekschool kwam, was ik juffrouw Daeter, de laatste jaren was ik juf Lies. Het maakt niet uit. Mensen hebben je onthouden. Ik word soms aangesproken door mensen die tientallen jaren eerder bij me in de klas hebben gezeten. Hun heb ik het gevoel kunnen geven: ik ben bijzonder, ik mag er zijn. Dat is wat ik wil.
 
Respect
“Wij leerden vroeger duidelijk boven de kinderen te blijven staan. Ze waren toen veel gezeglijker. Dat moest ook wel: ik had in mijn eerste klas 54 kinderen! Ik voelde me net een leeuwentemmer. Nu is er minder afstand, maar ik ben niet hun vriendje of vriendinnetje, en dat hoeft ook niet. Er zijn er die grenzen overschrijden. Van hen moet je respect eisen. Ik zeg dan: ‘Je moet weten hoe je iets vraagt, hoe je iets zegt. Ook in jouw eigen belang.’ Elk jaar opnieuw moet je kinderen leren dat ze je aankijken als ze je een hand geven. Het valt op als iemand dat uit zichzelf doet. Dat leren de meesten kennelijk thuis niet.
 
“Dat betekent allemaal niet dat ze niets mogen zeggen. Ik stond eens pal voor het schoolbord sommen uit te leggen, waardoor andere leerlingen de opgaven niet konden lezen. Ik probeerde me zo te plooien dat alles zichtbaar bleef en zei: ‘Dunner kan ik me niet maken, hoor.’ Klonk het van achteruit, zachtjes maar voor iedereen verstaanbaar: ‘Dan moet je afvallen.’ Ik zeg, lachend: ‘Ja, daar ben ik druk mee bezig!’
 
“Nee, dat vond ik niet te ver gaan. Hij had trouwens nog gelijk ook! Kennelijk voelde hij zich zo vertrouwd dat hij zoiets durfde te zeggen. Wat niet betekent dat je alles maar kunt zeggen. Als hij had gezegd: ‘Ga eens opzij, dikke trien’, had ik opgetreden. Maar dit vond ik humor. Ik zeg altijd: ‘Jij flirt met je klas, en de klas flirt met jou.’
 
Zelfstandigheid
“Ik denk niet dat kinderen meer of minder weten dan vroeger. Ze leren anders. Vroeger werd het voorgekauwd. Nu leren ze veel meer zelfstandig denken, zelf oplossingen vinden. Je moet ze op zo’n niveau brengen dat ze trots zijn op zichzelf. En met het leerlingvolgsysteem van tegenwoordig kan dat heel goed. Niemand loopt achter, ieder krijgt les op zijn eigen niveau. Vroeger was er één niveau. Als je erboven uitstak, verveelde je je in de klas, als je eronder bleef, was je dom. Punt.
 
“Ik heb nooit problemen gehad met orde in de klas. Er zijn veel trucjes. Ik begon de dag altijd met muziek. Dan zette ik het vaste wijsje op wanneer ze allemaal nog druk aan het kletsen waren. Halverwege liet ik het wegsterven, en dan werd het altijd stil. Ik liet ook tussen de lessen door wat liedjes horen om luidkeels mee te zingen. Dat breekt de spanning, dan kunnen ze daarna de lesstof weer opnemen. En ik laat ze tussendoor gymoefeningen doen.
 
“Ik had een snoeptrommel. Als er twee ruzie hadden, liet ik ze soms bij elkaar een snoepje in de mond doen. Dan was het zó over. En aan het eind van het jaar maakte ik voor iedereen een doosje met een strik eromheen. ‘In elk doosje’, zei ik dan, ‘heb ik een aparte wens geblazen. Niet opendoen, want dan vliegt de wens eruit’. Zelfs de stoerste jongens zag je er heel behoedzaam mee omgaan.”
 
Hoge verwachtingen
“Er is nu veel meer aandacht voor het individu. Vroeger werd dat maar raar gevonden. Tegenwoordig mag je, móet je over die dingen praten. Ook met ouders. Die vinden dat ook prettig. Vroeger werd dat niet gewaardeerd: dat was allemaal nergens voor nodig, extra aandacht. ‘We hebben er vijf thuis,’ zei zo’n vader dan, ‘en er is niet één lievelingetje bij.’
 
“Kinderen móeten wel steeds meer. Er is minder rust. Dat begint al op school met een maandviering, dan weer een schoolfeest. Buiten schooltijd zijn er hobby’s en sporten. De sleur van vroeger is doorgeslagen naar de andere kant. Ouders verwachten ook vreselijk veel van hun kinderen. Dat gaat natuurlijk weleens fout.
 
“Tegenwoordig heeft een leerkracht een map vol handelingsplannen: Asperger, zwakbegaafdheid, ADHD, dyslexie, overleden familieleden. Vooral jongere collega’s hebben vaak goede ideeën hoe daarmee om te gaan. Daar leer ik nog steeds van. In lesmethoden zijn ze goed onderlegd.
 
Twee leerkrachten in één klas
“Vroeger had ik geen kinderen met problemen in de klas. Als ze er waren, gingen ze meteen naar het speciaal onderwijs. In mijn laatste jaar had ik twee kinderen met autistisch gedrag, drie ADHD’ers, een paar kinderen met concentratieproblemen in de groep. Als ik toch iets moet noemen wat echt beter zou kunnen en móeten in het onderwijs, dan is het de aanstelling van permanent twee leerkrachten in de klas, of overal standaard een onderwijsassistent erbij. Liever dat dan autistenklassen. Misschien krijgen ze daar meer structuur, maar je zet ze wel in een hokje.
 
“Er wordt veel geklaagd over hoe slecht het onderwijs is, maar ik ben het daar niet mee eens. Wat me wel opvalt: het is erg springerig geworden. Dan voeren ze met allerlei toeters en bellen een nieuwe taalmethode in – iedereen op cursus en alles moet anders –, en na twee jaar komen ze ervan terug, wordt het stopgezet en hoor je er niemand meer over. Tot de volgende hype weer langskomt. Het heeft iets onzekers.
 
“Sommige verworvenheden verdwijnen dan juist weer onder druk van de prestaties. De instructietafel bijvoorbeeld, voor in de klas, om een paar leerlingen nog even apart iets te kunnen uitleggen. Die werkte fantastisch.
 
“Hou vast aan wat goed is, wat werkt. In het onderwijs lijkt het soms op de schoonheidsmanie met botox: je spuit eens een rimpeltje weg, en na een tijdje moet het weer mooier, en weer mooier. Voor je het weet heb je er zo veel ingespoten dat het een masker is geworden. Je kunt ook op school niet steeds opnieuw vernieuwen en verbeteren.”
 
3 x 4 = 16
“Het niveau van de leerkrachten is gemiddeld achteruitgegaan. Er zitten schrijnende voorbeelden tussen. Ik had eens een stagiaire die doodleuk op het bord schreef: 3 x 4 = 16. Allemaal vingers de lucht in. Ik probeerde haar van achter uit de klas nog te redden door te zeggen: ja, de juf is heel slim, die probeert te kijken wie er allemaal oplet. Maar ze reageerde stom: ‘Huh, da’s toch gewoon goed?’ Ik kon haar aan het einde van haar stageperiode echt geen voldoende geven.
 
“En van godsdienst en de Bijbel weten ze echt niets. De kinderen trouwens ook niet. Als ik nu het lijdensverhaal van Christus vertel, dat hij dat kruis moest dragen en de berg moest opsjouwen... Ze denken allemaal dat hij ten slotte door een man op een paard bevrijd wordt.
 
Tijdgebrek
“Ik maak me soms zorgen over de enorme nadruk op alleen maar rekenen en taal van nu. De basisschool is meer dan 2 + 2 = 4, je leert er ook leven. En vertellen, en luisteren naar elkaar. Ik begon vroeger altijd met een kringgesprek op maandagmorgen – standaard. Als er iets was voorgevallen, nam je de tijd om dat met de kinderen te bespreken. Dat wordt nu veel minder, omdat men bang is te weinig tijd over te houden voor de lesstof.
 
“Nee, ik heb sinds ik weer terugben in het onderwijs nooit overwogen te stoppen. Het was natuurlijk weleens zwaar, maar al die vrolijke gezichten die ’s ochtends verwachtingsvol naar je kijken, dat is onbetaalbaar. Maar je wordt natuurlijk ook ouder, en al die dingen die je thuis moet voorbereiden voor de  handenarbeidlessen, of gym geven op je 69ste, dat wordt steeds zwaarder.
 
“Toch mis ik het wel, het contact met kinderen, hun verhalen. Ze zijn zo vreselijk leuk. Maar het mooie is: begin augustus moest ik dus afscheid nemen van al die geinige koppies, en in augustus kwam Sofie, Annelies’ dochter. Heb ik mijn eigen nieuwe geinige koppie…”


Foto’s: Juf Lies van Eck-Daeter aan het werk op de basisschool Sinte Maerte in Breda
Marcel van den Bergh, de Volkskrant

 


Delen



Laatste reacties (33)

Mashau
Geplaatst op: maandag 22 juli 2013 om 17:15
I can't hear anhntiyg over the sound of how awesome this article is.
Waldemar
Geplaatst op: maandag 22 juli 2013 om 07:05
yeah hopefully the dioisivn is possible but right now the celtics are too good we have some easy games coming up if they manage to not screw them up so maybe if not dioisivn then 6th and get the pacers or hawksVA:F [1.9.8_1114]please wait...VA:F [1.9.8_1114](from 0 votes)
Mies van Etten-Tournier
Geplaatst op: maandag 23 januari 2012 om 18:57
Dit stuk is alweer van een jaar geleden maar komt nu pas onder mijn ogen.

Een geweldige juf met een heel goede kijk op alles , niet alleen onderwijs.
Wat ben ik ontzettend blij dat ik (heel lang geleden) bij haar in de klas heb gezeten!!

Zelfs haar mini hulpjuf heb mogen zijn!!

Lieve lieve LIES heel plezier en geluk met Sofie en alle andere familieleden!

Wil je ook nog even laten weten dat ik ook Oma ga worden van een kleindochter!

Veel liefs van Mies(je) xxxx



veel liefs en groetjes van
Ria Alting
Geplaatst op: dinsdag 1 maart 2011 om 09:23
Wat een mooi stuk over juf Lies Ik ben samen met Lies oma van Sophie.
Zij heeft een geweldig resultaat gehad met haar dochter, ik kan mij geen betere moeder van mijn kleinkind voorstellen. Ik denk dat de kinderen
die zij in de klas gehad heeft een goede start gehad hebben.
waren alle leerkrachten maar zo betrokken.

Harm
Geplaatst op: dinsdag 1 maart 2011 om 08:15
Lies is de schoonmoeder van mijn zoon Ron.
Een prachtmens, ik moet haar na dit verhaal nog meer gaan waarderen!
Lies geniet van je vrije tijd en van sophie.
Een "wereldoma" voor een wonderschoon kleinkind met een prachtmoeder.
Beetje lastig omschreven maar wel uit m'm hart.
Elly
Geplaatst op: vrijdag 18 februari 2011 om 14:05
Wow wat heerlijk zo een juf , wat een geweldig cadeautje
Als er allemaal van dit soort juffen waren , waren er minder problemen op scholen denk ik zo . Super !!
Rene van Eck
Geplaatst op: zaterdag 12 februari 2011 om 11:58
Ik ken deze juf al jaren, ze is nl. mijn schoonzuster.
Zelf kom ik ook uit het (bijzonder)- onderwijs, en weet als geen ander wat het betekent om een goeie juf te hebben.
Ze is er een van de bovenste plank en kan gerust als blauwdruk dienen voor de huidige lichting docenten.
Bovendien heeft ze latent aanwezig en gezegend optimisme, hetgeen op de leerlingen die ze begeleidt afstraalt.
Moge zij van een zeer verdiende resttijd met haar directe familie genieten.
.Rene/Nettie van Eck-Deelder.
Ineke Hage
Geplaatst op: vrijdag 11 februari 2011 om 18:42
Wat fijn als je kind bij zo'n juf in de klas zit!
Lianne Smit-Luijten
Geplaatst op: vrijdag 11 februari 2011 om 18:37
Lies heeft een enorm groot warm hart als juf en als mens.
Ik heb een enorm respect voor haar.
Sofie had geen betere dan oma Lies kunnen krijgen.
Lies en Frans, veel geluk met kinderen en kleindochter!
Maria van den Oever
Geplaatst op: vrijdag 11 februari 2011 om 15:19
Waaw hier wordt ik gelukkig van. Ik ga het aan ciollega's doormailen en uitprinten.
Ik ga het in de les en de begeleiding van Pabo studenten gebruiken.
DANKJEL,

groet Maria.

Plaats een reactie













Ik wil mij graag aanmelden voor de One11-nieuwsbrief.






Waar



Wie

Robin Gerrits

Robin Gerrits

Robin Gerrits schrijft sinds 2005 in de Volkskrant over onderwijs. Daarvoor werkte hij op de eindredactie en nieuwsdienst van de krant, en daarvoor bij Het Parool.

Waarom

““Ik heb het mooiste vak ter wereld. Niet alleen kan ik ongebreideld iedereen de oren van het hoofd vragen over alles waarnaar ik nieuwsgierig ben, ik word er nog voor betaald ook. Door de levendigheid van kinderen word ik altijd vrolijk van scholen, en bovendien werken er mensen die bezig zijn met het mooiste wat er bestaat: andere mensen ergens beter in maken.

Er wordt veel geklaagd in en over het onderwijs; ik doe zelf ook regelmatig verslag van zaken die niet goed gaan. Maar dit is een interview met een leerkracht die tot in elke vezel positief is over kinderen. Letterlijk het schoolvoorbeeld van een goeie juf, die kinderen echt laat groeien.”