NL editie / World edition

De lachende wetenschapper

door Michel Krielaars


De Joods-Russische ruimtevaartfysicus Vladilen Bezroechin speelde in de hoogtijdagen van de Koude Oorlog een belangrijke rol in de ontwikkeling van het ruimtevaartprogramma van de Sovjet-Unie. Als een van de weinige prominente wetenschappers emigreerde hij niet. Hij doet nog altijd wetenschappelijk onderzoek en inspireert zijn omgeving door zijn optimisme.

De lachende wetenschapper De Moskouse ruimtevaartfysicus Vladilen Bezroechin (1932) is altijd opgewekt. En dat mag een wonder heten, want hij groeide op in de Sovjet-Unie van Josif Stalin, wiens bewind een van de roerigste perioden uit de wereldgeschiedenis markeerde. Alleen al door zijn optimistische instelling in een land waar alle reden is tot permanent pessimisme – omdat er nooit echt iets verandert –, is hij een stimulans voor zijn omgeving.
 
In de afgelopen jaren heb ik veel Russen als Bezroechin leren kennen: fatsoenlijke mensen die niet bang zijn om te zeggen wat ze denken, die voor hun rechten opkomen, die toegewijd zijn aan hun vak, die van hun land houden ondanks al zijn tekortkomingen, die niet emigreren omdat ze niet zonder hun vertrouwde wereldje kunnen en hopen een bijdrage te kunnen leveren aan de modernisering van hun land. Zij zijn de helden van deze tijd.

Democraat Jeltsin
Vladilen beleefde de Grote Terreur van de jaren dertig, de Tweede Wereldoorlog, Stalins dood, de korte politieke en culturele liberalisering onder Nikita Chroesjtsjov, de stagnatie onder Leonid Brezjnev en het oplevend antisemitisme, waarvan hij als Jood de gevolgen zelf ondervond. En dan is er nog de chaos na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie onder Michail Gorbatsjov in 1991, die veel Russen in de afgrond van de echte armoede stortten. “Maar ik ben een groot fan van Boris Jeltsin”, zegt hij met olijke blik. “Wat ze nu ook van hem mogen zeggen, hij was de eerste echte democraat in ons land.”
 
Ondanks de genadeloze realiteit van de geschiedenis is Vladilen altijd in een betere toekomst blijven geloven. “Wees blij dat de dagen straks weer langer worden”, zegt hij troostend als iemand klaagt over de grauwe lucht. “Daardoor hebben we weer meer tijd om te werken of op de datsja te klussen.”
 
Vlad-I-Len
Zijn voornaam verraadt veel over zijn achtergrond. “Die komt van Vladimir Iljitsj Lenin, Vlad-I-Len”, zegt de 79-jarige professor, die lid is van de Russische Academie van Wetenschappen, het hoogste wat je als geleerde in Rusland kunt bereiken. “Na de revolutie vernoemden veel overtuigde communisten hun kinderen naar de grootheden van het socialisme, zoals Lenin (Leninid, Leninir), Stalin, Trotski, Marx en Engels (Marksen), of naar het instrumentarium van de industrialisatie (Tractor, Elektriciteit).”
 
Vladilen komt dan ook voort uit de communistische elite van kort na de bolsjewistische staatsgreep van 1917. Zijn vader was een fervent communist en officier bij de politieke politie NKVD. Kort voor de moord op de populaire Leningradse partijleider Sergej Kirov in 1934, die de opmaat was voor de bloedige zuivering van de communistische gelederen, werd zijn vader door een bandiet met een bijl op het hoofd geslagen. De rest van zijn leven was hij invalide. “Hij ging toen met vervroegd pensioen en dat heeft hem gered van executie tijdens de Grote Terreur, die drie jaar later begon. Veel NKVD’ers van het eerste uur werden toen ter dood veroordeeld.”
 
Zijn hele leven is Vladilen al een optimist op zoek naar de waarheid. In de Sovjet-Unie wijdde hij zich overdag aan de wetenschap en ’s avonds aan het luisteren naar de BBC en Radio Svoboda. “We wilden natuurlijk wel weten wat er echt in ons land en de wereld gebeurde.”
 
Verraders
Over Stalins dood in maart 1953 doet hij niet dramatisch. “We renden over de Ringboulevard naar de Zuilenzaal bij het Kremlin, waar hij lag opgebaard. Uit nieuwsgierigheid, niet uit verdriet. Er waren zo veel mensen dat ze elkaar begonnen te vertrappen, honderden kwamen om het leven. Toen het ook met mij mis dreigde te gaan, werd ik door een paar soldaten in een legertruck gehesen en gered. Toen het wat rustiger werd, rende ik verder. Het had iets van een wedstrijd: wie het eerste bij Stalin was.”
 
Vladilen zelf had nooit veel op met de communistische leer. Wel herinnert hij zich nog goed hoe zijn ouders in de jaren dertig geschokt reageerden op de showprocessen tegen bolsjewistische kopstukken als Nikolaj Boecharin. “Ze vonden het vreselijk dat de leiders in wie ze al die jaren hadden geloofd, ineens verraders bleken te zijn. Pas toen Chroesjtsjov in 1956 zijn geheime rede uitsprak en vertelde dat die beschuldigingen allemaal verzonnen waren en dat Stalin een massamoordenaar was geweest, wisten we wat er echt was gebeurd. Ik weet nog dat ik toen dagenlang zware hoofdpijn had.”
 
Spoetnik
Vladilen dook onder in de exacte wetenschappen. Daarin heeft hij zo ongeveer alles bereikt wat voor een geleerde mogelijk is. Op zijn 79ste doet hij als experimenteel fysicus nog altijd onderzoek, op het Instituut voor Ruimtevaartonderzoek van de Academie van Wetenschappen. “De meeste jongere hoogleraren zijn de afgelopen decennia naar Amerika geëmigreerd”, zegt hij. “Daar is geld voor onderzoek en krijgen ze een behoorlijk salaris. Bijna alle grote natuur- en wiskundigen waren Joden. Toen zij in de jaren zeventig en tachtig massaal emigreerden, stortte de wetenschap in. Het is een verlies dat tot op de dag van vandaag wordt gevoeld en niet meer goed te maken is.” 
 
Over de Sovjet-Unie in de jaren vijftig en zestig kan Vladilen geweldig vertellen. Vooral over het ruimtevaartprogramma van de Sovjets, dat werd geleid door de beroemde Sergej Koroljov, de tegenhanger van NASA-pionier Wernher von Braun. Vladilen vervulde onder Koroljov een belangrijke rol. “Het waren de beste jaren voor de ruimtevaartwetenschap”, zegt hij. “We werkten dag en nacht om de Amerikanen voor te zijn met de lancering van een satelliet. Het was een echte wedstrijd.”
 
Hoe groot de vreugde moet zijn geweest toen de Sovjets in oktober 1957 als eersten een kunstmaan (de Spoetnik) lanceerden, laat zich raden. En dan was er nog de Loena-1-sonde, die in januari 1959 de ruimte inging. “Zeven keer mislukte die lancering, maar toen het eindelijk zover was, kregen we van Koroljov het bevel dronken te worden. ‘Wie straks niet dronken is, krijgt een boete’, zei hij.” Vladilen vertelt het met ogen die gloeien van bewondering voor zijn voormalige baas. Koroljov zou twee jaar later aan een aambeienoperatie overlijden, nog geen zestig jaar oud.
 
Patriot zonder Partij
“Ik was in die dagen een echte patriot”, zegt Vladilen. “Maar net als ik waren alle wetenschappers geen lid van de Partij, die de voorkeur gaf aan arbeiders en boeren. Het communistische regime had alleen onze hersenen nodig voor de wapenwedloop. Sacharov was ook geen Partijlid. Liefde voor het moederland hoeft niet hetzelfde te zijn als liefde voor de Partij.” Tot zijn grote verdriet stortte de ruimtevaartwetenschap in na het einde van de Koude Oorlog, al stelde deze volgens hem al na het aftreden van Chroesjtsjov niet meer zo veel voor. “Sinds 1991 heeft de overheid er geen kopeke meer ingestoken. Alles gaat naar de gas- en olie-industrie, omdat die als enige in Rusland nog iets produceert.”
 
Toch blijft Vladilen optimistisch in zijn eigen wereld. “Mijn werk is mijn hobby”, zegt hij. “En in de jaren vijftig waren we zo druk met het lanceren van die raketten dat we geen tijd hadden om de schat aan wetenschappelijke informatie die we toen verwierven, te bestuderen. Dat doe ik nu. Ik schrijf het ene wetenschappelijke artikel na het andere, er is nog zoveel te doen.”
 
Vladilen bezoekt internationale congressen, waar hij lezingen over zijn jongste ontdekkingen houdt en jonge geleerden stimuleert. Hij leert hen kritisch te zijn en zuiver te denken, net zoals hij anderen leert om in te zien hoe de Russische politiek werkelijk in elkaar zit en dat ze zich niet moeten laten misleiden door de façade van welvaart en voorspoed die de afgelopen tien jaren door het regime van Vladimir Poetin is opgetrokken.
 
Waar zijn ongebroken optimisme vandaan komt? Daarover kan Vladilen kort zijn. “De in 2003 overleden fysicus Vitali Ginzburg is mijn grote voorbeeld”, zegt hij. “Hij zei altijd dat je om de Nobelprijs te winnen, altijd heel lang moest wachten. Hij kreeg hem toen hij 86 was, terwijl hij al dertig jaar eerder zijn grote uitvinding had gedaan. Ik moet dus nog even door.”


Delen



Laatste reacties (7)

ihajepilouuzi
Geplaatst op: vrijdag 16 maart 2018 om 00:44
http://levitra-20mg-priceof.online/ - levitra-20mg-priceof.online.ankor <a href="http://pricespharmacy-canadian.online/">pricespharmacy-canadian.online.ankor</a> http://buy-amoxicillin-amoxil.online/
dreyaupak
Geplaatst op: donderdag 15 maart 2018 om 23:44
http://levitra-20mg-priceof.online/ - levitra-20mg-priceof.online.ankor <a href="http://pricespharmacy-canadian.online/">pricespharmacy-canadian.online.ankor</a> http://buy-amoxicillin-amoxil.online/
adaliteg
Geplaatst op: donderdag 15 maart 2018 om 22:56
http://levitra-20mg-priceof.online/ - levitra-20mg-priceof.online.ankor <a href="http://pricespharmacy-canadian.online/">pricespharmacy-canadian.online.ankor</a> http://buy-amoxicillin-amoxil.online/
cathy
Geplaatst op: woensdag 19 januari 2011 om 11:19
bedankt voor deze opbouwende verhalen, ga a.u.b. zo door,deze wereld heeft het nodig
C.Serné
Geplaatst op: dinsdag 18 januari 2011 om 21:48
Ik lees iedere dag positieve verslagen en ik ben er erg blij mee.
Een mooi initiatief
Mary Wolters
Geplaatst op: dinsdag 18 januari 2011 om 21:02
Ik begin al een beetje verslaafd te raken aan jullie dagelijkse mailing. Net zo'n oppepper als een paar minuten mooie muziek. Ik hoop dat jullie niet moe worden de verhalen over deze mooie mensen voor ons te verzamelen.
I.M.van der Valk
Geplaatst op: dinsdag 18 januari 2011 om 10:59
Ik ben blij dat er zulke mensen zijn en dat wij er nu van kunnen horen.

Plaats een reactie













Ik wil mij graag aanmelden voor de One11-nieuwsbrief.






Waar



Wie

Michel Krielaars

Michel Krielaars

Michel Krielaars (1961) studeerde moderne geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en specialiseerde zich in de Russische geschiedenis. Hij was redacteur van het Ruslandbulletin, werkte als redacteur voor Oost-Europa en de Sovjet-Unie bij NOS Laat en Nova, schreef over die gebieden voor de Volkskrant en is sinds eind jaren negentig in dienst bij NRC Handelsblad, eerst als redacteur van de opiniepagina, later als kunstredacteur en chef van de kunstredactie. Sinds 2007 is hij correspondent voor die krant in Moskou. Ook schreef hij diverse romans en stelde hij met de slavist Hans Driessen de bloemlezing 'Ooggetuigen van de Russische geschiedenis' samen.

Waarom

“Ik doe aan One11 mee omdat ik het belangrijk vind dat wordt onderstreept dat individuen als Bezroechin belangrijke bijdragen kunnen leveren aan de ontwikkeling van hun land.”