NL editie / World edition

Ex-soldaat voedt Spanjaarden

door Rop Zoutberg


Toen Pedro Nchama zijn baan in het Spaanse leger vaarwel zei, had hij twintigduizend euro op de bank. Een kapitaal. Zonder een cent subsidie begon hij een voedselbank, aanvankelijk alleen voor immigranten. Maar ook de Spanjaarden komen nu hun eten bij hem halen.

Ex-soldaat voedt Spanjaarden Hij zit achter in een voormalige belwinkel in Alcorcón, een voorstad van Madrid. De straten zijn uit de jaren vijftig en troosteloos, zonder al te veel bomen. Auto’s staan tot ver op de stoep geparkeerd. Uitgehangen was drupt op de balkonnetjes. De cabines van de belwinkel staan gebarricadeerd met dozen bruine bonen en rijst.
 
Aan het eind van de smalle winkel zit Nchama bij een straalkachel, onder een portret van de Spaanse koningin Sofía. Blauw colbert, wit overhemd, rode stropdas, een witte stofjas daaroverheen. Een kaal hoofd en een dun snorretje dat je in het leger wel meer ziet. Hij grijnst. Elke dag komen ze eten bij hem halen. Nergens krijgen ze zo veel als bij hem. “Op andere plekken is er één kilo rijst voor ze, één pak bonen. Maar ik geef ze twéé kratten met eten. Rijst, pasta, vlees, fruit, groenten.”
 
Het voedsel zijn de resten van de distributiecentra, de centrale markten van de stad en overtollige partijen van de Europese Unie. Fruit uit Afrika en veel kaas uit Nederland. “Ik geef zo veel ik kan. Vijftienduizend kilo per week.”
 
Geen subsidie
Pedro Federico Nchama werd geboren in Guinee-Bissau, destijds een Spaanse provincie. Toen hij achttien was meldde Nchama zich als een van de eerste zwarte soldaten bij het leger, en hij zou nooit meer weggaan. Hij kwam bij de marine terecht en werkte zich op tot luitenant. Een paar jaar geleden zwaaide hij af. Hij ging met pensioen, de kinderen het huis uit. Eindelijk kon Nchama doen wat hij wilde. “Zo is het buurtcentrum ontstaan. In het centrum komen maandelijks bijna zeshonderd mensen eten halen. We geven ze ook kleding en matrassen van het leger, als we die hebben.”
 
Er komt geen cent subsidie aan te pas, om de simpele reden dat de gemeente zijn verzoeken keer op keer afwijst. De leden van het bestuur van zijn eigen stichting –Nchama is voorzitter, zijn vrouw vicevoorzitter – leggen geld in om de zaak draaiende te houden. De een betaalt twintig euro per maand, de ander dertig. Nchama zelf haalt elke maand vijfhonderd euro van zijn pensioen. De huur en de elektriciteitsrekening van de ruimte moet betaald, net als de benzine voor de bestelauto om het eten bij de distributiecentra te halen.
 
Onder de armoedegrens
Bladderende verf, vochtplekken op de muren. In een ruimte die grenst aan de gang bevindt zich het magazijn. In schappen liggen pakken brood, babyvoeding en chocoladepoeder. Kratten fruit en groente staan onder de toonbank. Elke ochtend zijn ze er, Nchama en nog drie vrijwilligers. Waarom hij het doet? De afgezwaaide luitenant haalt zijn schouders op. Noem het menselijkheid.

“Kijk naar de televisie en je ziet de nood. In Haïti, in Afrika. Maar ik zie ook hier in Spanje zo veel mensen die het niet rooien. Ze redden het niet met hun geld, ze redden het als mens niet. Sommigen komen alleen maar vertellen hoe moeilijk hun leven is. Ik hoor verhalen over kinderen voor wie er geen melk is. De meeste mensen zijn hun werk al lang geleden kwijtgeraakt. Maar ze moeten manieren verzinnen om hun gezin te onderhouden.”
 
De situatie in Spanje is beroerd geworden. Door de recessie kwam een op de vijf Spanjaarden de afgelopen jaren onder de armoedegrens terecht. 4,7 miljoen zoeken er een baan, in bijna anderhalf miljoen huishoudens heeft niemand werk. Nchama zag dat niet eerder zo. Sommigen verloren hun huis omdat ze de hypotheek niet meer konden betalen en wonen noodgedwongen in auto’s in de smalle straten van Alcorcón. “Onder mijn klanten zitten veertig Spaanse families. Blanke mensen. Ze zien geen uitweg meer. Soms moeten ze drie generaties onderhouden.”
 
Nchama ziet ook de schaamte van de mensen die zich bij hem melden en moeten erkennen dat ze vastzitten. “Dat raken ze wel snel kwijt. Daarvoor is hun behoefte te groot.”
 
Muren verven
“Ik word soms wakker in de nacht en dan vraag ik me af: waarom doe ik dit? Dan overweeg ik soms ermee te stoppen, de deuren te sluiten. Of ik denk: had ik niet naar Afrika moeten gaan en daar mijn mensen moeten helpen? Want uiteindelijk kan het hier in Spanje op een dag beter gaan. In Afrika is dat niet zo. Daar verandert nooit iets. De regeringen die ze daar hebben zijn de slechtste die je je kunt voorstellen. Bestuurders die zich verrijken, hun burgers die sterven van de honger.”
 
Nchama kijkt om zich heen naar de dozen en de balen kleren die hij van het warenhuis Corte Inglés kreeg. “Maar ook hier, in het welvarende Spanje, zijn mensen die werkelijk hulp nodig hebben. De vernedering interesseert ze niet. Ze bellen aan bij een hulporganisatie, geleid door een zwarte man.” Opnieuw een grijns. “Intussen ben ik Spanjaard genoeg om te hopen dat het op een dag beter gaat. Misschien geven ze me op een dag wel subsidie. Dan kan ik de muren eens verven.”


Delen



Laatste reacties (5)

anna
Geplaatst op: zaterdag 19 februari 2011 om 13:10
Wat bent u moedig!
p.m.
Geplaatst op: zaterdag 19 februari 2011 om 12:11
Op een veel bescheidener manier doe ik zoiets ook, maar dan in Frankrijk. Ieder jaar begint de campagne, en weer zie je dan veelal dezelfde gezochten, van mensen die geen kans hebben om uit deze situatie te komen. Het maakt dat ik een grondige hekel heb aan mensen zoals R. Groenink. Dit soort mensen moesten zich eens realiseren dat er ook mensen zijn die niets hebben. Doe eens iets goed met een gedeelte van je geld. Meenemen in je graf kan je het toch niet. Leer iets van Pedro Nchama.









marjorie heijm
Geplaatst op: donderdag 17 februari 2011 om 22:34
Geweldig dat sommige mensen zich zo inzetten voor de inmiddels steeds groter wordende onderlaag van de europese bevolking.
Deze Pedro Nachama is geweldig!!
Dat zie ik liever dan Jord Kelder in de P.C.Hooftstraat.
peter van Onna
Geplaatst op: donderdag 17 februari 2011 om 21:18
Al weer zo'n geweldige man. Goed dat er gelukkig nog steeds van dit soort mensen zijn. Hoop, dat hij hier zo lang als nodig mee door kan gaan.
ankie kooy
Geplaatst op: donderdag 17 februari 2011 om 11:29
Elke dag lees ik deze nieuwsbrieven en geraakt door wat individuen voor elkaar krijgen en erg blij met dit initiatief!

Plaats een reactie













Ik wil mij graag aanmelden voor de One11-nieuwsbrief.






Waar



Wie

Rop Zoutberg

Rop Zoutberg

Rop Zoutberg was na zijn studie fotoredacteur en mediaverslaggever bij dagblad Trouw in Amsterdam. In 1996 vestigde hij zich als journalist en fotograaf in Madrid. Sinds 2005 maakt hij vanuit die standplaats radio en televisie voor de NOS, de Wereldomroep en de VRT.

Waarom

"De overtreffende trap van het nieuws vind je vaak in Spanje terug. De grootste werkloosheid, de grootste Europese sloppenwijk, het luidruchtigste land. De media leven van dat soort berichten en ik werk daar als correspondent aan mee. De verhalen die de vooroordelen over je land bevestigen doen het nu eenmaal altijd goed.
 
Maar wat me raakt, zijn mensen die dingen doen, gewóón omdat ze vinden dat het zo moet. Een Nederlandse vrouw lapt in het noorden van Spanje oude, afgedankte ezels op. Ze staan in drie stallen en hebben, wat grazend in een vallei, hun oude dag. De buren snappen er niets van. Ik ken ook een echtpaar in Melilla dat Marokkaanse weeskinderen opvangt. Ze wassen hun kleren, zorgen dat ze naar school gaan. Ze doen het onbaatzuchtig. Ze verdienen er niets mee, krijgen er alleen maar problemen bij. Toch stoppen ze hun energie in die ezels, in die straatschoffies, in die uitgerangeerde werklozen die alles al kwijt zijn.
 
Mijn verhaal over Pedro Nchama is een eerbetoon aan dat soort mensen. Ik nam mijn zoontje van vier mee toen ik het interview maakte. Opdat hij snel begrijpt dat de wereld groter is dan alleen SpongeBob."