NL editie / World edition

Toekomst in Corleone

door Bas Mesters


In 1990 was Corleone nog het maffianest bij uitstek in Italië. Nu zijn op geconfisqueerde terreinen van cosa nostra akkerbouwbedrijven en een bed and breakfast geopend: eerlijk werk voor de jeugd, mede dankzij Lucio Guarino.

Toekomst in Corleone Burgemeester Nino Ianazzo van Corleone kauwt op zijn gedoofde sigarenstomp als hij vanaf de achterbank uit het raam wijst: “Kijk, hier links woont de vrouw van Toto Riina.” Haar man was de baas der maffiabazen, hoofdverantwoordelijke voor de maffiaoorlog in de jaren tachtig. Hij liet rechters vermoorden, verklaarde de oorlog aan de Italiaanse staat, maar verloor. “De Riina’s moeten duizend keer meer geld hebben dan de gemeente Corleone, maar kijk wat voor een leven ze leiden. Toto zit al sinds 1992 gevangen en zijn vrouw woont in dit krotje. Alle luxe die ze zou willen showen, wordt onmiddellijk in beslag genomen.”
 
Ianazzo wordt rondgereden in de BMW van een andere maffiabestrijder, Lucio Guarino. Die manoeuvreert de auto door de smalle straatjes van Corleone, het maffiabolwerk vanwaaruit de laatste decennia van de vorige eeuw de nationale politiek werd geconditioneerd. De twee hebben een boodschap voor hun streekgenoten: een leven als maffioso loont uiteindelijk niet, nu de staat steeds meer succes boekt tegen de Siciliaanse cosa nostra.
 
Honderden maffiosi zijn de afgelopen jaren opgepakt. De Siciliaanse afdeling van werkgeversorganisatie Confindustria sluit tegenwoordig leden uit die zich laten afpersen door de cosa nostra en daarvan geen aangifte doen. Jongeren voeren in Palermo actie tegen de maffia. Steeds meer landerijen, bedrijven, huizen en auto’s van maffiosi zijn in beslag genomen.
 
Antimaffiawet
Al sinds 1982 is het dankzij de Wet Rognoni-La Torre mogelijk bezittingen van maffiosi af te pakken. Eind 2009 had de staat ruim negenduizend stuks onroerend goed en duizend bedrijven op de maffia heroverd. De helft daarvan op Sicilië, waar de maffia de laatste vijftien jaar het felst is bestreden. De afgelopen twee jaar is volgens minister Roberto Maroni (Binnenlandse Zaken) in heel Italië voor elf miljard euro geconfisqueerd – vorige maand nog voor 1,3 miljard in Calabrië en in Caserta ten noorden van Napels, waar respectievelijk de ’ndrangheta en de camorra opereren, die nu beide machtiger zijn dan de Siciliaanse cosa nostra.
 
Natuurlijk vallen deze bedragen in het niet bij de geschatte totaalomzet van de Italiaanse maffia van 110 tot 150 miljard euro. “Maar het is alleen via de portemonnee dat de georganiseerde criminaliteit echt valt te verslaan”, zo meent Lucio Guarino, die is gespecialiseerd in het exploiteren van geconfisqueerde goederen.
 
Op aandringen van de antimaffiaorganisatie Libera is in 1996 een wet aangenomen die regelt dat op de maffia veroverde bezittingen voor sociale doeleinden kunnen worden toegewezen aan gemeenten. Inmiddels is dat met de helft van de panden en een derde van de bedrijven gebeurd.
 
Experiment
De gemeenten zijn vaak te klein, te arm en onvoldoende uitgerust om er een goede bestemming aan te geven. Guarino heeft een methode ontwikkeld om ze daarbij te ondersteunen. Het is uitgegroeid tot een experiment voor heel Italië. Zijn consortium Sviluppo e Legalità (Ontwikkeling en Legaliteit) begeleidt sinds 2000 rond Corleone acht gemeenten die samenwerken bij het uitbaten van de voormalige maffiabezittingen. Vier coöperaties beheren namens de gemeenten de gratis toegewezen panden. Met Europese en nationale subsidies konden ze de terreinen, herbergen en fabrieken klaarmaken voor ingebruikname. Samen met het OM in Palermo en een vertegenwoordiger van Libera controleert Guarino of alles volgens de regels gebeurt. De politie zorgt voor bescherming.
 
Guarino: “Dankzij ons consortium en de onderlinge samenwerking kunnen gemeenten van diverse politieke kleur effectief en goedkoop een vuist maken tegen de maffia, die de politiek decennialang heeft gedomineerd.”
 
Bernard de Tractor
Als burgemeester Ianazzo zijn sigaar weer aan heeft, laat hij trots een van de resultaten zien. De auto stopt opnieuw bij een huis van een maffioso, Bernardo Provenzano, bijgenaamd Binnu u Tratturi – Bernard de Tractor, vanwege de tientallen mensen die hij heeft vermoord. In 2006 werd deze opvolger van Riina na een vlucht van 43 jaar opgepakt.
 
In het huis waar Provenzano werd geboren en zijn moeder en broers leefden, leggen arbeiders nu de laatste hand aan een ‘Laboratorium van de Legaliteit’. Hier zullen op geconfisqueerd maffialand geproduceerde producten worden verkocht en komen vijftig schilderijen van de schilder Gaetano Porcasi te hangen die de geschiedenis van de maffia en de antimaffiabeweging op Sicilië verbeelden. “Het feit dat wij hier nu staan, dat ik de broer van Provenzano kon dwingen dit pand te verlaten en dat hier een museum wordt gerealiseerd, maakt duidelijk dat de staat na vijftig jaar weer de overhand heeft in Corleone”, aldus Ianazzo.
 
“We willen de mensen in deze streek laten zien dat je niet afhankelijk hoeft te zijn van de maffia om een baan te krijgen. We kunnen rijkdom creëren op braakliggend maffialand”, zegt Lucio Guarino.
 
Met zijn consortium Sviluppo e Legalità heeft hij honderd werkloze jongeren aan een baan geholpen. Ze werken op de zevenhonderd hectare land die Riina, Provenzano en anderen is ontnomen. Ze verbouwen nu graan, druiven, kikkererwten, meloenen en andere producten. Ze verwerken de oogst in een pastafabriek en in een wijnmakerij die van maffiabaas Bernardo Brusca was. Ze baten twee herbergen uit waar toeristen in het ruwe land van Corleone hun gedachten kunnen laten gaan over een leven onder het juk van de maffia.
 
‘maffiavrije’ producten
Op de etiketten van hun koopwaar staat: “Biologisch product afkomstig van de van de maffia bevrijde landerijen van het consortium Sviluppo e Legalità.” Consumenten die het kopen, strijden indirect mee tegen de maffia, zo is de gedachte. Via de Coop-supermarkten zijn de producten overal in Italië te vinden. De schaal is nog klein, maar het idee slaat aan.
 
Guarino rijdt ons naar de net geopende agriturismo Terre di Corleone. De wind schuurt er de dikke muren. Het panorama is indrukwekkend. Hier werkt Domenico Fiore, geboren en getogen in deze maffiose streek. Als hij geen werk had gevonden, was hij zeker geëmigreerd, zegt hij. Hij is verbaasd dat het hem is gelukt de aanstelling te bemachtigen: “Ik had niet gedacht dat zoiets mogelijk zou zijn zonder hulp van politieke of maffiose kruiwagens.” Tijdens het sollicitatiegesprek werd hem verteld dat hij slachtoffer kon worden van intimidatie door de maffia, die niet blij is met de heroveringsoperatie door de Italiaanse overheid. “Ik wil dat risico lopen omdat ik werk nodig heb, een gezin wil stichten en mijn prachtige streek niet wil verlaten”, zei hij.
 
Wij zijn machtiger’
De maffia heeft geprobeerd het werk van Guarino te saboteren. Er is brand gesticht in de graanvelden. Er is een tractor gestolen. “Maar doordat we intensief samenwerken met justitie, gemeenten en politie, weten we terreinwinst te boeken. De maffia weet dat wij samen machtiger zijn dan zij.” De kracht van het project is volgens Guarino dat het burgers toont dat het mogelijk is om in deze maffiastreek eerlijk werk te creëren. Ze gaan daar langzaam in geloven.
 
Guarino schat dat er op Sicilië in totaal vierduizend echte maffiosi zijn, op een bevolking van vier miljoen – een kleine minderheid dus. “Maar die probeert nog immer ons lot te bepalen door ons met terreur in de greep te houden. Als de bevolking geen afstand neemt van die minderheid, kan het gebied zich niet ontwikkelen.” Burgemeester Ianazzo: “Ik denk dat nog altijd de helft van de Corleonesi geneigd is om bij problemen op de families Riina en Provenzano te vertrouwen en niet op de overheid. Maar als wij nog tien jaar zo kunnen doorwerken, kunnen we de strijd winnen.”
 
Wijndruiven op maffiagrond
Zo ver is het nog niet, zegt Stefano Palmeri die is aangenomen als hoofd van de wijnmakerij Cento Passi, die vorig najaar is geopend en een jaarlijkse productiecapaciteit van 350.000 flessen heeft. Net dit voorjaar heeft hij de eerste wijn van op maffiagrond geoogste druiven gebotteld. Volgens hem is de druk van de maffia nog immer voelbaar in en rond Corleone.
 
“Als dertienjarige jongen realiseerde ik me voor het eerst het bestaan van de maffia. Je zag dat sommige bedrijven wel werk kregen en andere werden weggepest. Nog altijd durven ondernemingen van buiten hier niet te investeren uit angst voor afpersing. Guarino: “Het was hier zo erg dat de vader van een meisje dat wilde trouwen niet naar de vader van de aanstaande bruidegom ging om toestemming te vragen, maar dat hij bij de maffiabaas inlichtingen inwon en toestemming vroeg.”
 
Cultuurstrijd
“Er is nog veel te doen, zegt Ianazzo. De coöperaties die werken op geconfisqueerd maffialand in Corleone zetten samen jaarlijks vier miljoen euro om. De cosa nostra op Sicilië zou nog immer goed zijn voor tien miljard euro per jaar. Maar uiteindelijk is het geen economische oorlog, maar een culturele strijd, meent Guarino.
 
“We moeten het land cultureel heroveren: via onze projecten, via de school, via de kerk. Het is een imagostrijd. Langzaam zijn we zo de condities voor een democratie aan het herstellen. Maar we staan nog altijd aan het begin. Het is een keiharde strijd met veel tegenslagen. De arrestaties van de maffiosi hebben het hoofd van de cosa nostra afgehakt, maar de tentakels zijn nog volop actief.”

__________________________________________________
 
 
Waarom is er juist nu vooruitgang in de strijd tegen de maffia?
 
Het is een paradox. Diverse magistraten hebben – vooralsnog zonder resultaat – geprobeerd aan te tonen dat premier Silvio Berlusconi’s beginkapitaal van maffiose herkomst is. Toen er naar werd gevraagd, maakte Berlusconi gebruik van het recht om te zwijgen.
 
Diverse spijtoptanten hebben gesuggereerd dat Berlusconi’s partij Forza Italia begin jaren negentig ten dienste stond van de Siciliaanse cosa nostra. De man die deze partij mede vorm gaf, Marcello Dell’Utri, is in hoger beroep tot zeven jaar cel veroordeeld wegens banden met de maffia.
 
Tegelijk heeft justitie juist tijdens de regeerperiode van Berlusconi vele honderden maffiosi opgepakt en worden er steeds meer maffiabezittingen in beslag genomen. De procedure rondom de ingebruikname van in beslaggenomen goederen is verbeterd. Het strenge regime voor maffiosi in de Italiaanse gevangenissen is definitief geworden. Berlusconi laat zich erop voorstaan dat geen regering de maffia zo fel heeft bestreden als de zijne.
 
Rechters stellen dat ze ondanks Berlusconi, ondanks de bezuinigingen op de rechtelijke macht, toch nog goede resultaten boeken dankzij het doorzettingsvermogen en de opofferingsgezindheid van veel justitiemedewerkers.
 
 


Delen



Laatste reacties (3)

Herman Degenhart
Geplaatst op: vrijdag 11 maart 2011 om 11:59
Dit zijn zeer gunstige ontwikkelingen en ik wou dat wij in ons land ook al zo ver waren. Want wij doen graag alsof dit alleen ver weg in vreemde landen gebeurt, maar de onderwereld in ons land is zozeer met de bovenwereld verweven dat we helemaal niet meer in de gaten hebben hoe corrupt onze instanties inmiddels geworden zijn. Afspraken, handjeklap, dealtjes, "wat wil je ervoor hebben", het is allemaal de gewoonste zaak van de wereld. De Italianen zijn zich er inmiddels van bewust dat deze praktijken de rechtstaat ondergraven en per saldo alleen maar armoede brengen, maar wij zijn nog lang niet zover. En dan al die pogingen om Berlusconi met de Maffia te verbinden. Nee dames en heren, Berlusconi bestrijdt de Maffia zoals nog niet eerder gedaan is en heeft daarmee succes. Het waren juist zijn meestal linkse voorgangers die meenden de Maffia nodig te hebben en ze dus alleen in woorden bestreden, maar in daden steunden. Een van die politici werd zelfs liefkozend Oompje genoemd. Een belangrijk verschil met Italië is dat in Italië de Maffia door politici werd gesteund en gebruikt, maar dat het in ons land juist de ambtenarij is die deze rol vervuld. Want anders dan ons wordt voorgehouden, wordt ons land niet door politici maar door de bureaucratie geregeerd. De Maffia zoekt contacten met de beslissers, dus richt zich op de bureaucratie. En die reageren daar welwillend op. Dat gaat zonder problemen, althans voor de Maffia en de bureaucraten zelf, mede omdat de journalisten hier te lande toch niets in de gaten hebben. Die verspreiden nog steeds het sprookje dat in ons land corruptie nauwelijks voorkomt. Ja, het is nog veel erger. Ze geloven zelf ook nog in hun eigen sprookjes. Maar ja, links en hersens, dat gaat nu eenmaal niet samen. Of zou er ergens toch nog een witte raaf rondvliegen?
wanda
Geplaatst op: vrijdag 11 maart 2011 om 10:42
Ik was laatst in Caserta op een van de casalesi (camorra) geconfisqueerd terrein waar nu een prachtig project is gevestigd. (ook met behulp van oa Libera)
Hier woont nu een groep verstandelijk gehandicapten die hier op het land werken. De producten die zij hier verbouwen worden in een speciale box verpakt. 'Facciamo un pacco alla camorra' staat erop.
Erin zitten de mafia vrije producten, een boek en een dvd. Dit gaat in samenwwerking met een aantal organisaties als; NOC (Nuovo Commercio organizzato), Comitato Don Peppino Diana etc.
Deze pakketten worden danweer verkocht als voorlichting en om het project te financieren. Tevens geven zij hier voorlichting aan , met name jongeren, uit heel Italië. Zij lopen dan mee op het land.
Uit eerbetoon hebben zij ook een 'Giardino della memoria.' gemaakt. Een boomgaard waar alle boompjes de naam hebben van een onschuldig slachtoffer van de camorra uit de regio.
En ik moet zeggen dat ik bij het zien van al deze boompjes toch weer even stil werd..
cathy
Geplaatst op: vrijdag 11 maart 2011 om 10:16
wat een moed hebben deze mensen om te vechten tegen deze organisatie die ongrijpbaar was.
ik hoop dat ze slagen in hun missie en dat de bevolking hierin meegaat.

Plaats een reactie













Ik wil mij graag aanmelden voor de One11-nieuwsbrief.






Waar



Wie

Bas Mesters

Bas Mesters

Bas Mesters is sinds acht jaar correspondent in Rome voor NRC Handelsblad en de NOS. Daarvoor werkte hij negen jaar voor de Volkskrant als verslaggever in Nederland.

Waarom

"Ruim acht jaar zwerf ik als verslaggever door Italië. Ik schreef veel over maffia, corruptie, en Berlusconi die de instituties van dit land dreigt te vernielen. Maar al reizend stuitte ik ook op Italianen die proberen te bouwen en niet voldoen aan de stereotypen. Vaak doen ze dat buiten de schijnwerpers, in moeilijke buurten. Sommigen geven zelfs hun baan op om zich krachtiger te kunnen inzetten voor verbeteringen. Zoals Lorella Zanardo die ik voor One11 portretteerde. Anderen riskeren hun leven. Zoals de schrijver Roberto Saviano die de maffia bestrijdt.
Deze pioniers inspireerden mij om One11 te bouwen, en ze op dit platform een eigen plek te geven, opdat ze lezers mogen inspireren. One11 heeft mij geleerd dat je niet alleen moet denken, maar ook moet doen. Dankzij Skype en internet kan iedereen gratis medestanders zoeken. Cynisme en gesomber blijken slechts verdedigingsstrategieën – schilden die beschermen tegen teleurstelling, maar die men maar al te graag laat zakken, indien daartoe uitgenodigd."