Na een maand broeden, schrijven, bellen, skypen en e-mailen, was er een groep correspondenten bereid een brief te ondertekenen waarmee we andere journalisten zouden benaderen om aan One11 mee te werken. Sommige ondertekenaars kende ik persoonlijk, van anderen had ik nog nooit gehoord. Telkens als een van hen toezegde, rende ik vol verbazing mijn werkkamer uit om het goede nieuws aan mijn vrouw te melden. “Weet je wat ook leuk is,” zo begon bijna elke zin die ik tot haar sprak. En dan volgde weer een nieuwe naam van een collega die wilde meedoen, of een nieuw idee voor de website.
Journalisten wordt soms een cynische kijk op zaken verweten. Toch bleken ze bereid belangeloos en in de drukste tijd van het jaar een extra stuk te schrijven. Een verhaal over een bouwer, iemand die niet bij de pakken neerzit en probeert zijn omgeving te veranderen. Een held die onbaatzuchtig en soms met gevaar voor eigen leven zijn hart volgt, en die niet apathisch toeziet hoe de wereld om hem heen zich de soep in draait. Waarom deden al die collega’s mee? Ik besloot het ze te vragen. Hun antwoord is afgedrukt naast de verhalen die ze schreven.
We stelden onszelf de opdracht om door de ogen van een bouwer de wereld te analyseren. One11 moest geen naïeve goednieuwskrant worden. Geen opinie, maar degelijk handwerk, analyse. Antwoord zoeken op de journalistieke hoofdvragen: wie, wat, waar, wanneer, waarom? Maar ook op de vraag die steeds meer mensen bezighoudt: wat nu?
Overdonderd was ik een maand later, toen al dertig journalisten van vrijwel alle nieuwsmedia een voorstel hadden ingediend. Vrijwel iedereen had onmiddellijk iemand in gedachte die zijn hoofdpersoon zou worden. Ze kenden allemaal wel een inspirerend individu, een persoon die ze wellicht al eens hadden geciteerd, maar die meer ruimte verdiende. Sommige collega’s besloten al eerder geïnterviewde mensen opnieuw op te zoeken voor een langer verhaal.
Nog altijd was niets zeker. Ik skypte met studievriend Anton Waslander van websitebouwer Bitman in Haarlem. Digibeet als ik ben, had ik hem half oktober gebeld met de vraag hoe je een domeinnaam reserveert. Na zijn uitleg zei ik: maar nu moet ik ook een website hebben! Toen ik hem mijn idee per e-mail had voorgelegd, zegde hij gratis zijn medewerking toe.
Uren vergaderden we, samen met de vormgevers van M.V. uit Rotterdam die Anton erbij had gehaald. In groepstelefoongesprekken op Skype kreeg de site langzaam vorm. Maar wat bleef overheersen, was een bevrijdende chaos. Niets was zeker, niets hoefde – er ging immers geen geld in om.
Toen het eerste stuk binnenkwam, realiseerde ik me dat er helemaal geen eindredactie was. De oplossing was snel gevonden: we verdeelden het werk. In Madrid, Bogotá, Belgrado, Leiden en Rome werden stukken geredigeerd. Uiteindelijk ging alles door de handen van Robbert Vermue van National Geographic Magazine en van Carinda Strangio van Bitman. Ook twee mensen van wie ik het bestaan tot een paar weken geleden niet kende. Robbert zat eind november in Teheran naast NRC-correspondent Thomas Erdbrink toen ik met Thomas skypte over het eindredactieprobleem. Robbert bood zich aan. Zo ging het steeds. Robert-Jan Friele in Bogotá, Steven Adolf in Madrid en Werner Bossmann in Belgrado werden vanaf de derde week van december bekogeld met stukken van collega’s. Tot diep in de nacht redigeerden ze, om niet. Ook Diederik van Hoogstraten, Liza Jansen in New York en Louise Dunne in Hilversum draaiden – en draaien nog altijd – overuren.
En de journalisten (hun namen staan in het colofon), zij zochten tijd voor One11, tussen rampverslag en kerstreportage. Niemand wist hoe het eruit zou gaan zien. Niemand wist of het in goede aarde zou vallen. Niemand wist of het überhaupt zou lukken. Totdat op 1 januari om 1.11 uur de aftellende klok op de site op nul stond... tien seconden niks deed en... (zucht van verlichting) de vogel uitvloog.
Ook ik kies vandaag het luchtruim, terug naar Rome – Berlusconi wacht. Met mij mee vliegt een koffer vol vragen. Waarom werken zeventig journalisten van alle Nederlandse nieuwsmedia belangeloos mee aan een nieuwjaarscadeau voor Nederland? Waarom melden zich nog steeds nieuwe collega’s aan om een One11-verhaal te schrijven? Verhalen die we met liefde zullen plaatsen. Is het omdat ze behalve kritische professionals ook mensen zijn die zorgen hebben over de toekomst van hun kinderen? Wilden ze Nederlanders een spiegel voorhouden, zo van: niet klagen, elders waar mensen onder veel moeilijker omstandigheden leven, zoeken ze ook zelf naar oplossingen. Prikkelde de grenzeloosheid van One11 hun nieuwsgierigheid, nu kranten uit profileringsdrang en marketingoverwegingen steeds meer met vaste formats werken? Probeerden de correspondenten en verslaggevers gewoon iets goeds te doen, zoals dat hoort met kerst? Of vielen ze simpelweg voor mijn zachte g, zoals Afrika-correspondent Koert Lindijer mij e-mailde?
Wat kan One11 ons leren over de journalistiek en wat zegt het over Nederland?
De laatste zin van deze column zal de eerste zijn van Bert Wagendorp. Hij zet deze kettingcolumn zaterdag voort en zoekt een opvolger.
Succes Bert!