Als er al verhalen onderbelicht blijven, dan komt dat niet door een overmaat aan afstandelijkheid of schuchterheid bij de klassieke journalistiek. Dan komt dat doordat van alles een persoonlijk event wordt gemaakt. Ik en het nieuws, wat doet het met mij? Ik en de dodenherdenking. En: wat vind ik van de dood van Osama bin Laden? (Ik denk aan de geboorte van mijn zoon. Ik kreeg mijn eerste kind daags voor de aanslagen in Amerika, de beelden van de vliegtuigen en instortende WTC-torens kon ik drie nanoseconden aan, uit met die televisie. Maar dat terzijde.) Help, de laatste oorlogsveteraan (110) uit de Eerste Wereldoorlog is dood, hoe vertellen we nog over die oorlog?
Ik kan er niet tegen of voor zijn, het ‘is’. Net als fietsen aan de verkeerde kant van het fietspad, tegen het verkeer in. Afschuwelijk, ophangen die barbaren! Maar het hoort nu bij ons, vaders met zitjes achterop, scholieren, pizzakoeriers, asielzoekers – allemaal doen ze het. Ik ben gestopt met het tegen die onverlaten sissen: ‘andere kant!’
Journalistiek, of hoe nieuws te serveren, is net als taal levend, een bewegend dier dat meedeint met de normen en waarden van de samenleving. Elk volk krijgt de journalistieke vorm die het verdient. De aandachtspanne van de lezer, kijker, luisteraar is zo lang als die van een kleuter. Kranten gaan over op kinderformaat, met ‘instapmomenten’ als potjes Olvarit opdat de lezer toch maar in godsnaam dit héle artikel wil lezen. Verleiden. Als je nu dit hapje spinazie opeet, krijg je een iPad.
Kinderboekenschrijver Jacques Vriens zei het vorige maand bij zijn 35-jarig jubileum: dat hij anders is gaan schrijven dan vroeger. Introduceerde hij in de jaren zeventig nog weleens meerdere personages of een natuurbeschrijving – dat is nu een no-go. Wil hij zijn lezertjes bij de kladden grijpen, dan moet hij snel en spannend beginnen. Anders is-ie ze kwijt.
Omdat de lezer steeds sneller is afgeleid, wordt het niet makkelijker. Of juist wel. Hou het simpel. Maar dat wisten jullie al natuurlijk, ik vertel niets nieuws.
De laatste zinnen van deze column zullen de eerste zijn van haar opvolger.